5 signalen dat je paard ander voer nodig heeft

Paarden zijn van nature grazers die dagelijks urenlang kleine beetjes vezelrijk voedsel opnemen. Ons huidige voedselaanbod voor paarden ziet er heel anders uit. Vaak krijgen paarden een rantsoen dat bestaat uit hooi van één grassoort en krachtvoer dat rijk is aan suikers en zetmeel. Hierdoor kan er disbalans ontstaan. Als voedingstherapeut voor paarden zie ik in de praktijk dat deze tekorten of overschotten zich uiten in duidelijke signalen. In deze blog deel ik vijf veelvoorkomende aanwijzingen dat het tijd is om naar de voeding van jouw paard te kijken.

 

Signaal 1: Gewichtsproblemen

Als een paard afvalt zonder duidelijke reden of juist snel aankomt, ligt dat vaak aan een scheve energiebalans. Paarden zijn ingesteld op een vezelrijk rantsoen met een gelijkmatige afgifte van energie. In veel voeders zitten te veel suikers en zetmeel, waardoor het paard sneller vet opslaat of juist niet genoeg energie overhoudt voor herstel.

 

Signaal 2: Vacht en hoeven die achterblijven

De kwaliteit van de vacht en hoeven zegt veel over het rantsoen. Een glanzende vacht heeft onder andere omega 3-vetzuren nodig. Sterke hoeven vragen om voldoende biotine, zink en koper in de juiste verhouding. Ontbreekt dit, dan zie je dat de vacht dof wordt of de hoeven brokkelig en zwakker worden.

 

Signaal 3: Wisselende energie of gedrag

Veel eigenaren herkennen een paard dat te druk of juist sloom is. Vaak komt dit door de verhouding tussen energie uit zetmeel en uit vezels of vetten. Suikers en zetmeel zorgen voor pieken en dalen in het bloedsuiker. Vezels en vetten leveren stabielere energie, die veel beter past bij het verteringsstelsel van paarden.

 

Signaal 4: Problemen met de spijsvertering

Een gezond rantsoen begint bij de darmen. Gasvorming, koliek of dunne mest ontstaan vaak door een tekort aan structuurrijk ruwvoer of een te grote hoeveelheid krachtvoer ineens. Het verteringsstelsel van het paard is gemaakt om bijna continu vezels te verwerken. Voer dat dit systeem overbelast, veroorzaakt snel klachten.

 

Signaal 5: Weinig spieropbouw ondanks training

Voor het ontwikkelen van spieren zijn niet alleen training maar ook voeding met de juiste aminozuren en eiwitten nodig. Luzerne of een hoogwaardig eiwitsupplement kan hierbij een groot verschil maken. Als voedingstherapeut kijk ik altijd naar de kwaliteit van de eiwitbron en de beschikbaarheid van aminozuren. Pas dan kan het lichaam van het paard echt spieren opbouwen.

 

Conclusie

Paarden laten vaak zelf zien dat hun voeding niet optimaal aansluit bij hun behoefte. Door goed te letten op signalen zoals gewichtsverandering, vacht en hoeven, energie, spijsvertering en spierontwikkeling, kun je veel problemen tijdig ontdekken. Mijn aanpak als voedingstherapeut is om het rantsoen af te stemmen op wat paarden van nature nodig hebben en dit te onderbouwen met kennis van voedingsstoffen zoals omega 3, aminozuren en mineralen. Zo bouwen we samen aan een gezond, fit en gelukkig paard.

Delen via:

Meer blogs